Introductie
Een van de meest belangrijke aspecten van fotografie is de compositie
van de foto. Weerfotografie vormt hierop geen uitzondering, hoewel
het zoeken van de juiste compositie bij sommige weersverschijnselen
zeer lastig kan zijn. Je hebt namelijk vaak niet veel tijd om een
bepaald verschijnsel te fotograferen, en bij de meeste verschijnselen
kun je er ook niet omheen lopen om de beste lichtval e.d. te bepalen.
Maar als je opmerkelijke foto's wilt maken die
zich onderscheiden van de foto's van bijvoorbeeld bliksem en
zonsondergangen die anderen maken, is compositie essentieel.
Vaak kun je een foto interessanter maken door het hoofdonderwerp op
de foto iets uit het midden te plaatsen. Hier is het hoofdonderwerp
de grote congestuswolk, die uit het midden geplaatst is. Een evenwichtige
foto wordt bereikt door de kleinere wolk links op de foto.
|
Compositie van de foto
Je kunt compositie deels leren door kritisch naar foto's van anderen
te kijken. Compositie is nogal subjectief, dus er zijn geen exacte
regels die zeggen of een foto goede of slechte compositie heeft, maar
enige opmerkingen vallen er wel over te maken.
Het meest belangrijk om je je te realiseren wanneer je een foto maakt
is dat de zoeker van de camera meestal niet het volledige beeld laat
zien. De meeste zoekers laten maar 90% tot 95% van het volledige
beeld zien. Dit is belangrijk om te onthouden wanneer je compositie
doet, bij het buiten beeld houden van bepaalde objecten. (En zeg niet
dat je zo'n object er anders in Adobe Photoshop wel uitsnijdt - dat
is een amateuristische opmerking - de kwaliteit van de foto begint
bij het maken van de opname, niet in de computer.)
Compositie van de foto - een paar algemene regels en tips
Op weerfoto's dienen de schaal van de achtergrond en voorgrond
vergelijkbaar te zijn. Ik bedoel hiermee te zeggen dat als je
bijvoorbeeld een foto maakt van een wolk bij de horizon, de voorgrond
bij voorkeur ook ver weg is. Je moet dus niet een kleine wolk aan de
horizon fotograferen met een groot huis of lantaarnpaal vlak voor je
op de foto. Dit leidt af van het onderwerp van de foto, namelijk de
wolk. Bovendien ziet het er gewoon niet goed uit.
Een voorbeeld van slechte compositieschaal dat ik vaak zie is een foto van bijvoorbeeld
een zonsondergang, met daarin een paar rietstengels zeer dicht op de voorgrond,
of een overhangende boomtak die ergens vanuit de zijkant of bovenkant
de foto in hangt. De fotograaf dacht bij het maken van de foto zeker
dat dat goede compositie geeft, maar in werkelijkheid leidt het alleen maar
af. Als je zulke nabije voorwerpen ter compositie op de
foto wilt zetten, moet je dat heel goed aanpakken! Vaak is goede compositie met
gebruik van zulke nabije voorwerpen zelfs onmogelijk. Vermijd dan gewoon alle
rietstengels en boomtakken, en gebruik de voorgrond op afstand voor compositie.
Je hoeft niet altijd een voorgrond te hebben.
Als er geen voorgrond is kan de foto er meer kunstzinnig uitzien.
|
Vermijd indien mogelijk vlakke horizon.
Tenzij je je op zee bevindt kun je meestal wel een plaats vinden waar
de voorgrond niet al te saai is, maar ook niet te afleidend. Heuvels
en bergen en ook bomen op afstand zijn goed geschikt.
Houd de horizon laag,
tussen ongeveer 1/5 tot 1/4 van de hoogte van het beeld, onderin de foto.
De horizon en voorgrond hebben verder meestal niets te maken met het
onderwerp van de foto zelf, dat zich meestal in de lucht bevindt, dus
je moet er niet de nadruk op leggen. De horizon mag niet te laag zijn
maar zeker niet te hoog in beeld.
Houd de horizon recht.
Foto's die gemaakt werden met de camera scheef zien er altijd lelijk
uit, tenzij het duidelijk is dat de horizon zelf scheef loopt, bijvoorbeeld
bij een berghelling.
Het is niet echt noodzakelijk om detail in de voorgrond te hebben.
Hoe minder detail er in de voorgrond is, des te meer trekt de lucht de
aandacht, wat meestal gewenst is. Daarom is het bij zonsondergang bijvoorbeeld
niet erg als de voorgrond helemaal zwart is en alleen als silhouet werkt.
Balanceer de foto.
Als de lucht naast een of ander verschijnsel niet helemaal leeg is helpt
het soms om het verschijnsel iets uit het midden van de foto te plaatsen.
Er is geen algemene regel hiervoor. Soms wil je juist het onderwerp wel
in het midden van de foto hebben. Maar als je het onderwerp niet in het
midden hebt, moet je de foto op de een of andere wijze balanceren. Dit
kan bijvoorbeeld de voorgrond zelf zijn, of iets anders in de lucht.
Als de voorgrond lelijk is, probeer het dan als een
donker silhouet te gebruiken. De boomtoppen en daken in deze foto
leiden de aandacht niet van de buiige lucht af.
|
Is een voorgrond eigenlijk wel nodig?
Soms wil je helemaal geen voorgrond, en een detailopname maken van iets
in de lucht, bijvoorbeeld een krans rond de zon. Je hebt dan vaak zelfs
niet eens de keus. In deze situaties hoef je geen enkele voorgrond te
hebben, en het hoofdonderwerp als enige onderwerp op de foto hebben.
In zulke gevallen moet de foto goed gebalanceerd worden omdat er geen
voorgrond is om hierbij te helpen.
Zoals altijd zijn er uitzonderingen op de regels. Foto's met ongewone
compositie kunnen er soms erg mooi uitzien. Elke ongewone vorm van
compositie maakt de foto op de een of andere manier interessant, als
je het goed doet. De mogelijkheden zijn onbeperkt!
Enkele tips
Zeker bij digitale fotografie, waar een foto praktisch niets kost, heeft het
meestal zin om een aantal foto's van een bepaald onderwerp te maken en niet
alleen maar een enkele foto. De verschillende foto's maak je dan allemaal met
iets andere compositie. Ik schiet wel eens een heel rolletje film vol aan
een zonsondergang en vind uiteindelijk maar een paar foto's echt mooi.
Goede compositie hangt ook af van de scherptediepte en perspectief, die op
hun beurt afhankelijk zijn van de brandpuntsafstand van de lens. Iedereen
die wel eens met een groothoeklens zoals 14mm gefotografeerd heeft weet hier
alles van. Bij zulke lenzen lijken zelfs de objecten die zich hooguit een
meter vanaf de lens bevinden al even ver als de wolken op de achtergrond.
Het is goed om wat kritisch te zijn op je eigen fotografie, en niet te snel
tevreden. Je moet echter nooit ontmoedigd zijn. Op deze manier blijf je
aldoor je technieken en ervaring verbeteren en krijg je steeds mooiere
foto's.
|