Je bent hier: Hoofdpagina Technieken Fotograferen van Iridiumflitsen


Introductie

Iridiumflitsen danken hun naam aan de satellieten van het bedrijf Iridium, die vaak zonlicht met één van hun drie antennes reflecteren. Het satellietnetwerk van Iridium bestaat uit 66 satellieten voor globale telecommunicatie, en hoewel het bedrijf failliet is verklaard worden de satellieten nog in bedrijf gehouden. De satellieten zijn zeer nauwkeurig gepositioneerd in hun baan om de aarde. Hierdoor is het goed te voorspellen wanneer het licht van de zon via de antennes een waarnemer ergens op aarde bereikt. Deze reflecties heten Iridiumflitsen en zijn tot weken in de toekomst te voorspellen.

De flitsen variëren in magnitude tot magnitude -9, wat ongeveer honderd maal zo helder is als Venus kan zijn. Een -8 of -9 magnitude flits is voor een kort moment helderder dan alle andere sterren en planeten die te zien zijn, en ik raad je aan om zeker eens zo'n flits waar te nemen.

Twee Iridiumflitsen van magnituden -4 en -1 laag boven de horizon

Waarnemen van Iridiumflitsen

Om een flits te zien of te fotograferen moet je eerst nagaan wanneer een geschikte flits zal komen voor de locatie waar je je bevindt. Een handige site waar je meer over deze flitsen te weten te komen en deze voorspellingen kunt krijgen is de heavens-above website.

Meestal (in alle jaargetijden behalve 's zomers) zijn de flitsen alleen 's avonds of 's morgens vroeg te zien, en niet rond middernacht. Dit komt omdat de zon midden in de nacht te diep onder de horizon staat en de satellieten in de schaduw van de aarde bewegen. Een flits is alleen mogelijk als de satelliet zelf door de zon beschenen wordt.

Als je een geschikte flits voorspeld ziet, moet het weer ook meevallen. De lucht moet helder zijn op de plaats waar de flits zal komen. Voor zwakke flitsen mag de lucht ook niet te heiig zijn. Ga ongeveer 5 tot 10 minuten voor tijd naar buiten om je ogen aan het donker te laten wennen. Dit geeft je ook wat tijd om de camera op te stellen in het geval je de flits gaat fotograferen. Hiervoor heb je een standardlens (50mm) nodig, met de camera op statief en draadontspanner.

De voorspelling van een flits wordt gegeven als tijd, azimuth en hoogte (elevatiehoek) waar de flits het helderste zal zijn. Je moet van te voren uitzoeken waar dit punt zich zal bevinden met betrekking tot de sterren. Een sterrenkaart of softwareprogramma is hiervoor goed geschikt.

Fotograferen van Iririumflitsen

Soms is een paar minuten voor of na een heldere flits een andere flits te zien, die niet voorspeld was. Er zijn enkele Iridiumsatellieten in een baan om de aarde die min of meer ongecontroleerd bewegen maar evengoed flitsen kunnen geven. Indien mogelijk kun je de camera wat langer open laten staan om eventueel zo'n flits ook te fotograferen.

Als je een flits wilt fotograferen zul je de locatie waar de flits het helderst zal zijn op ongeveer 5o nauwkeurig in hoogte en azimuth moeten weten. Je moet ook nagaan hoe de satelliet zal bewegen om de camera op de goede manier op te stellen. De satellieten bewegen altijd naar het noorden of naar het zuiden, omdat de banen van de satellieten vrijwel over de polen gaan. Oriënteer het camerabeeld zo dat de satelliet zo lang mogelijk in het beeld zal zijn (van de ene hoek diagonaal naar de andere).

Sommige flitsen laag bij de horizon zijn veel langer te zien dan flitsen hoog aan de hemel. Ook is het pad van een heldere flits van bijvoorbeeld magnitude -9 vrij lang, zo'n 15o tot 20o. Aangezien het beeldveld in diagonale richting van een 50mm lens zo'n 30o is, moet je daarom goed richten.

Gebruik 100 of 200 ISO film met een diafragma van f/2.8 of f/4, en start een tijdopname op B-mode ongeveer 30 seconden tot 1 minuut voordat je de flits verwacht. Als je te kort voor de flits de camera open zet, is de flits voor de camera al te zien en is op de foto het pad van de flits plotseling onderbroken. Je kunt niet de camera opnieuw instellen; als de flits niet helemaal in het midden van het beeld is is daar niets aan te doen.

Houd de sluiter van de camera open totdat je zeker weet dat de satelliet het beeldveld uit bewogen is. De satelliet is meestal redelijk goed te volgen na de flits, hoewel hij wel steeds zwakker wordt.

Na de flits heeft het soms zin de sluiter nog even open te houden in het geval er een tweede flits komt, net naast de eerste. Dit gebeurt wel eens, en deze flitsen worden vaak niet voorspeld, omdat het satellieten zijn die ongecontroleerd bewegen.

Als je op deze manier foto's maakt van Iridiumflitsen zullen de sterren sporen maken op de foto. Als je dit niet wilt moet je een volgopstelling gebruiken om de camera op de sterren te laten volgen.