Je bent hier: Hoofdpagina Technieken Landschap-maan dubbelopnamen


Introductie

Winters landschap bij de oude watermolen te Schellinkhout.

Dubbelopnamen met de maan zijn interessant om je kunstzinnigheid eens uit te leven. De maan is vele magnituden helderder dan het landschap bij nacht, en je kunt nooit beide op dezelfde foto goed belicht krijgen tenzij je een dubbele opname maakt, met een korte belichtingstijd voor de maan en een veel langere tijd voor het landschap.

Geschikte camera's

Je hebt een camera nodig die dubbelopnamen kan maken. Niet alle camera's kunnen dit. De Nikon FE camera is een model dat ik je zeker kan aanraden; deze heeft een kleine schakelaar waarmee een onbeperkt aantal opnamen op dezelfde foto te maken zijn. Sommige nieuwere modellen hebben ook deze optie, maar de meeste digitale camera's niet.

Als je een oudere spiegelreflexcamera hebt die geen dubbelopnamen kan maken, kun je het vaak toch proberen via een truc. Met de oude Praktica camera bijvoorbeeld gaat dat als volgt:

  • Neem de eerste foto zoals je gewoonlijk doet;
  • Spoel nu de terugspoelknop een beetje terug, maar ontgrendel niet het filmtransport. Je spant hiermee de film;
  • Terwijl je de terugspoelknop vast blijft houden zodat deze niet draait, druk je de ontgrendelingsknop in alsof je de film wilt terugspoelen (meestal zit deze aan de onderkant van de camera, of half onder het filmtransportmechanisme);
  • Terwijl je de terugspoelknop vasthoudt met één hand en de ontgrendelingsknop ingedrukt houdt met de andere, transporteer je met je derde hand. De film wordt nu als het goed is niet getransporteerd terwijl de sluiter wel wordt gespannen, en je kunt zo een tweede foto over de vorige maken.

Als je camera geen dubbelopnamen kan maken, kun je vaak toch nog een methode toepassen zodat je wel dubbelopnamen kunt maken (zie tekst). Je moet hierbij oppassen dat de film niet beweegt terwijl je de sluiter spant voor de tweede opname, anders worden de maan en het landschap ten opzichte van elkaar bewogen. Op deze foto verschoof de maan iets naar het midden toe.

Je kunt deze methode zo vaak als je wilt toepassen bij een camera die niet zelf multi-opnamen ondersteunt, maar het gaat niet altijd goed. Zo transporteert de film soms toch iets, of spoelt iets terug. Je kunt dus eventueel de twee opnamen verschoven over elkaar heen krijgen. Maar de techniek valt te proberen en is goedkoper dan een camera kopen die dubbelopnamen kan maken.

Lenzen

Als je de maan groot op de foto wilt hebben, moet je een lens tussen de 500mm en 1000mm gebruiken. Het diafragma van deze lens moet niet kleiner zijn dan f/11 (dus f/11, f/8 etc zijn goed). Anders is de sluitertijd wat langer en kan de maan zichtbaar bewegen terwijl de camera open staat.

Voor de opname van het landschap is iedere lens geschikt, je hoeft natuurlijk niet dezelfde lens als voor de maan hiervoor te gebruiken. Een standaardlens van 50mm is vaak goed, maar het hangt van het landschap af.

Benodigdheden

Behalve de camera en een aantal lenzen heb je ook een statief en een draadontspanner nodig, voor zowel de opname van de maan als die van het landschap. Gebruik een stevig statief dat niet snel beweegt als het waait; zeker wanneer je een lens met een lange brandpuntsafstand gebruikt, moet het statief totaal niet bewegen.

Sneeuwlandschappen zijn uitstekend geschikt voor maan-dubbelopnamen.

Belichting

Voor het landschap heb je meestal belichtingstijden van enkele minuten nodig, bij groot diafragma (f/2.8 bijvoorbeeld), als je een hoge-resolutie film zoals 100 ISO gebruikt. De juiste belichtingstijd zul je moeten schatten of meten met een belichtingsmeter. Denk er ook aan dat film minder gevoelig wordt bij langere belichtingstijden (het Schwarzschild effect). Het verdient aanbeveling om een aantal opnamen te maken met iets verschillende belichtingstijden (met bij elke opname natuurlijk de maan als dubbelopname).

Indien mogelijk is het verstandig om als je een groothoeklens gebruikt de opname van het landschap juist te maken bij een iets kleiner diafragma, bijvoorbeeld f/5.6. Dit kan een iets scherpere foto geven met minder vignettering.

Voor de maan verschillen de juiste belichtingstijden ook nogal, en dit is ook vrij moeilijk om te bepalen, wegens de verschillende schijngestalten die de maan kan hebben. De helderheid van de maan schaalt niet eenvoudig met het gedeelte van de maan dat vanaf de aarde gezien verlicht is! Het effect van droge heiligenschijn maakt de volle maan bijvoorbeeld veel helderder dan je zou verwachten. Ook is de maan helderder als hij dichter bij de aarde staat (de maanbaan is elliptisch). Daar komt nog bij dat (zeker in Nederland en omstreken) de maan sterk in helderheid kan variëren wegens vocht in de lucht, en de hoogte van de maan boven de horizon. Hieronder is een eenvoudige formule om de belichtingstijd voor de maan tot op ongeveer een halve stop nauwkeurig te bepalen, als de maan hoog staat:

t = F2 / (K * ISO)

waarin:

  • t de sluitertijd in seconden is
  • K een constante is:
    20voor maansikkel
    40voor eerste/laatste kwartier
    100voor dikke maan (niet vol)
    200voor volle maan
  • F de lensopeningsverhouding is (bijv. F=16 voor diafragma f/16)
  • ISO de filmgevoeligheid is, bijv. 100.

Zeg dat je een 1000mm lens bij f/11 gebruikt, met 100 ISO film, en de maan is dik (tussen eerste of laatste kwartier en vol in). Dan is t = 112 / (100*100) ofwel t = 121/10000 seconde, en dat is ongeveer 1/80 seconde.

Tips

Een aantal dingen kunnen je foto er realistischer uit doen zien (of minder onrealistisch):

  • Let op schaduwen. Omdat je de maan niet in het beeld wilt hebben bij de opname van het landschap, maar later wegens de dubbelopname wel op de foto komt te staan, staat de maan dus niet op dezelfde plaats als de schaduwen op de foto suggereren. Je moet dus de foto zo maken dat de schaduwen ongeveer kloppen met waar de maan staat, of op de één of andere manier zorgen dat de richting van schaduwen niet zo zichtbaar is.

  • Als de maan hoog in de lucht staat, bijvoorbeeld in het zuiden, moet je de maan enigszins geroteerd fotograferen, zoals de maan vlak boven de horizon zou staan. Als de maan bijvoorbeeld laag aan de horizon in het oosten zou staan, lijken alle structuren op de maan iets linksom geroteerd. Zeker als de maan niet vol is, maar bijvoorbeeld een sikkel of eerste kwartier, moet het verlichte deel naar beneden (naar de horizon) wijzen als de maan vlak boven de horizon staat.

    Maak de maan niet te groot op de foto. De schaal van de compositie (maan met het landschap) moet enigszins consistent zijn.

  • Let er goed op waar je precies de maan wilt hebben op de foto. Je moet je dit goed herinneren wanneer je de landschapopname maakt, zodat er geen wolken, bomen of gebouwen en dergelijke voor de maan zijn. Als dit wel zo is lijken de maan en het object half doorzichtig. Dunne sluierbewolking zoals cirrus is niet erg; daar schijnt de maan genoeg doorheen om de foto niet al te onrealistisch te maken. Dat zou er zelfs mooi kunnen uitzien.

  • Je kunt deze techniek mooi toepassen bij een maansverduistering, maar dan is de belichtingstijd voor de maan veel langer en heb je misschien een opstelling nodig die met de maan mee beweegt tijdens de opname.