Introductie
Digitale camera's beginnen aantrekkelijk te worden voor weerfotografie.
Hoewel ze nog niet voor alle soorten weerfotografie geschikt zijn, zijn
ze in veel gevallen goed of zelfs voordelig boven een filmcamera.
De Nikon D100 (hierboven afgebeeld) en de D70/D70s zijn
geschikte digitale spiegelreflexcamera's voor weerfotografie. De D70 is
goedkoper, nieuwer en op veel punten beter dan de D100.
|
Resolutie
Een van de belangrijkste onderwerpen is de resolutie van de digitale
camera, en dan met name hoe hoge resolutie je nodig zou hebben om dezelfde
scherpte van een 35mm film te evenaren. Ik ben van mening dat een sensor
met 10 tot 12 megapixels ongeveer dezelfde resolutie heeft als een goede
35mm diafilm die met een professionele filmscanner gedigitaliseerd is.
De hoogste resolutie die haalbaar is met een filmscanner is ongeveer 4000 DPI
dat overeenkomt met ca. 5700 bij 3800 pixels (21 megapixels). Maar de meeste
lenzen halen deze scherpte niet. Digitale camera's met 12-megapixel-sensors
zijn inmiddels op de markt (Mei 2005).
Een goede diafilm zoals Fuji Velvia 50 heeft een oplossend vermogen van
ongeveer 100 lijnen per millimeter, als het contrast hoog is. Dat betekent
dat je nog net een raster met 100 lijnen per millimeter op de film zou kunnen
zien, ofwel 1 lijn per 10 micrometer. Als je de resolutie die een digitale
sensor moet hebben om dit raster te onderscheiden uitrekent krijg je echter
een veel hoger getal dan 12 megapixels. Je hebt twee rijen pixels nodig om
1 lijn te onderscheiden (bijvoorbeeld een rij pixels voor de zwarte lijn met
daarnaast een rij pixels voor een witte lijn). Er zijn 36mm * 100 lijnen/mm
* 2 pixels/lijn = 7200 pixels in de lengte van de 35mm film
(die 36mm bij 24mm is). Dus in totaal heb je ongeveer
7200 * (2/3) * 7200 pixels = 34.6 megapixels nodig om 100 lijnen per mm
te zien.
Canon's digitale spiegelreflexcamera's zijn zeer
goed geschikt voor fotografie bij weinig licht met hun sensors die
weinig ruis hebben. De 300D (hierboven afgebeeld), 10D en 20D
hebben alledrie CMOS sensors. De 300D (er is nu ook een 350D) is
een van de goedkoopste digitale spiegelreflexcamera's die te koop
zijn, met een prijs rond de 800 euro.
|
Het verschil tussen de aantallen pixels heeft te maken met hoe film reageert
op verschillende contrasten. Film heeft geen individuele pixels die altijd
even groot zijn, maar bestaat uit zilverhalidekristallen, die kleiner zijn
als het contrast hoger is, dat een hogere resolutie geeft. Digitale sensors
hebben deze variable resolutie niet; zij hebben altijd dezelfde resolutie.
Ook is het aantal lijnen per millimeter niet zo eenvoudig te extrapoleren
naar een tweedimensionaal vlak zoals de film. Ten derde zijn de meeste
dititale sensors kleiner dan 35mm film, dus de effectieve resolutie is
al hoger.
Hieruit valt te concluderen dat een digitale camera tussen de 10 en 20
megapixels ongeveer gelijk is aan kleinbeeld diafilm, voor de meeste
contrastwaarden. Zulk soort resoluties zijn nu beschikbaar in digitale
camera's, hoewel deze momenteel nog zeer duur zijn.
Sensorgevoeligheid
Er bestaan momenteel twee soorten sensors: CCD en CMOS. Deze sensors
reageren niet op dezelfde manier op licht als film. Onze ogen zien
de helderheid van licht logaritmisch, over een groot bereik in
lichtsterkten (we kunnen zowel 's nachts dingen onderscheiden als overdag,
wat een zeer groot verschil in lichtsterkte is!). Negatief- en diafilm
reageren nogal lineair op licht, hoewel in kleine mate ook logaritmisch,
terwijl digitale sensors helemaal lineair op licht reageren. Dit kan
vooral bij weerfotografie tot onaangename resultaten leiden.1
Thermische ruis is sterker als de sensor op een
hogere gevoeligheid wordt gebruikt, zoals hier te zien is op
testopnamen gemaakt met een Nikon D100 camera. Maar de nieuwste
digitale spiegelreflexcamera's hebben minder ruis dan film met
dezelfde gevoeligheid, en met die camera's is zelfs bij 800 ISO
de ruis nog acceptabel.
|
Digitale ruis
Alle digital sensors hebben electronische ruis, waarvan verschillende
soorten bestaan. De meest zichtbare ruis is thermische ruis, en ziet er
ongeveer hetzelfde uit als de zichbare korrels in een film. Deze ruis
is duidelijker als de sensor gevoeliger is voor licht, dus bij de hogere
ISO-gevoeligheid. Ook is de ruis sterker op kleinere sensors. De
grotere sensors in digitale spiegelreflexcamera's hebben minder last van
thermische ruis. De nieuwste digitale spiegelreflexcamera's van bijvoorbeeld
Canon hebben zelfs vrijwel geen zichtbare ruis, ook vrijwel niet bij 400 ISO
of zelfs 800 ISO.
Een ander soort ruis manifesteert zich als fel gekleurde pixels rood, groen
of blauw, die soms bij langere tijdopnamen (meestal enkele minuten) zichtbaar
worden. Deze ruis kan verwijderd worden met een zogenaamde donkeropname,
waarbij voor dezelfde tijd de sensor in het donker met de sluiter dicht
wordt geactiveerd. Hetzelfde patroon van gekleurde pixels als op de foto
ontstaat dan, want het patroon is reproduceerbaar, dus door digitaal de
kleurwaarden van de donkeropname van de foto af te trekken wordt de ruis
van de foto verwijderd. De hoeveelheid van dit soort ruis hangt af van de
sensorgevoeligheid, de temperatuur en de opnameduur.
Digitale camera's voor weerfotografie
De onderstaande tabel geeft enkele onderwerpen van weerfotografie
en vermeldt of digitale danwel filmcamera's beter geschikt zijn.
Onderwerp | Beste medium |
wolken (overdag) | digitaal |
buienwolken, tornado's | digitaal |
zonsopkomst & -ondergang | film |
Schemeringskleuren | film |
Luchtspiegelingen | digitaal |
Groene flits | film |
Halo's | film |
Irisatie | film |
Glorie | digitaal |
Corona | film |
Bliksem | film |
Macrofotografie (rijp, sneeuwkristallen e.d.) | digitaal |
Artistieke fotografie (multiopnamen van zon/maan etc) | film |
Zonsverduistering (gedeeltelijk) | digitaal |
Zonsverduistering (totaal) | film |
Maansverduistering | digitaal |
Schijngestalten van de maan | digitaal |
Groothoek-astrofotografie | digitaal |
Deep-sky astrofotografie | digitaal |
Planeten | digitaal |
Zodiakaallicht | digitaal |
Lichtbrug, oppositielicht, libratiewolken van de maan | digitaal |
Bij het samenstellen van deze tabel keek ik het meest naar het contrast
van het onderwerp (film is hierbij voordelig als het contrast groot is), het gemak
en de kosten van het gebruik (digitaal is hierbij voordelig), en gevoeligheid van
de film of sensor versus de hoeveelheid ruis (digitaal is voordelig hierbij als
de opnamen enkele minuten duren). Ik nam hierbij aan dat een film en sensor van
dezelfde resolutie gebruikt worden, anders gaat de vergelijking niet op. Aangezien
ik zelf twee digitale spiegereflexcamera's bezit die 6-megapixel sensors hebben,
fotografeer ik momenteel nog vrijwel alleen diafilm (behalve voor astronomie) omdat
ik de resolutie van de digitale camera's onvoldoende hoog vind.
In het algemeen is een onderwerp met laag contrast of waarbij de luchtonrust een rol
speelt (luchtspiegelingen bijvoorbeeld) geschikt om digitaal te fotograferen, en
astronomie in het algemeen is dit ook wegens de lange tijdopnamen en reciprociteitsfout
van film.
Bliksemfotografie kan zowel digitaal als met film gedaan worden hoewel ik vind
dat film betere resultaten geeft, wegens het hoge contrast. Digitale sensors
raken snel verzadigd en dat geeft aanleiding tot witte vlakken in de foto
die nogal abrupt overgaan in niet-overbelichte delen van de foto (wegens de
lineariteit van de sensor). Dit is ook goed te zien in foto's van zonsondergangen,
die er digitaal vaak ronduit lelijk uitzien. Ook halo's waar de zon
in beeld is, worden vaak lelijk als ze digitaal gefotografeerd worden.
Bliksem is beter om te fotograferen op diafilm of negatieffilm dan digitaal.
Deze bliksem was zowel digitaal met een Nikon Coolpix 5700 (rechter foto) als
op Fujichrome Provia 100F (linker foto) gemaakt. Let op de subtiele veranderingen
in helderheid op de diaopname daar waar de bliksem uit de wolk komt. De digitale
foto ziet er op deze plaats iets minder mooi uit wegens de lineariteit van de CCD
sensor.
|
Formaat van digitale sensors en film
Een groot verschil tussen digitale spiegelreflexcamera's en filmcamera's
is het verschil in grootte van de film en sensor. Omdat vrijwel alle
digitale sensors kleiner zijn dan het 35mm filmformaat hebben lenzen
effectief een langere brandpuntsafstand. De factor is meestal 1.5 of 1.6,
dus een 28mm lens is effectief een 42mm lens bij een factor van 1.5 verschil
in sensorgrootte. Voor telelensopnamen is dit geen probleem, en zelfs een
voordeel, maar voor groothoeklenzen is het een nadeel.
Samenvatting
Omdat weerfotografie veelal fotografie van wolken, zonsondergangen en eventueel
bliksem omvat, kan een digitale spiegelreflexcamera uitkomst bieden, als de
camera handmatige belichting heeft, de B-sluitertijd, en de mogelijkheid de
camera op een statief te monteren. Voor lange tijdopnamen zoals bliksem en
astronomie moet je misschien donkeropnamen maken om de foto's voor pixelruis te
corrigeren. Dit kan eventueel later gedaan worden, zodat je geen kostbare
tijd verliest tijdens het fotograferen van een verschijnsel.
Voor meer exotische verschijnselen zoals halo's en de groene flits aan de
laagstaande zon en serieuze bliksemfotografie is film nog steeds beter dan digitaal.
Welke camera is het meest geschikt?
Als je net begint met weerfotografie is het aan te raden een digitale
camera te kopen. Dit voorkomt heel wat ergernis en problemen van het
ontwikkelen en afdrukken van foto's. Digitale spiegelreflexcamera's zijn
veel beter dan digitale compactcamera's maar zijn ook veel duurder. Of je
er het geld voor over hebt hangt van je mate van interesse af.
|