Met macrofotografie kun je foto's maken van vele interessante en
mooie onderwerpen, zoals deze bevroren luchtbellen in een blok ijs...
|
Introductie
Macrofotografie is fotografie van onderwerpen die erg klein zijn, in tegenstelling
tot wat de term lijkt te zeggen. Deze onderwerpen zijn weliswaar klein, maar niet
zo klein dat je ze alleen met een microscoop kunt onderscheiden of fotograferen;
dit heet fotomicroscopie. Voor macrofotografie lenen zich vele onderwerpen, zoals
bloemen, planten, insecten, mineralen, sneeuwkristallen, rijp, regendruppels,
hagelstenen, ijspegels en dergelijke. In dit stuk tekst leg ik de techniek uit om
onderwerpen van een paar mm groot en groter te fotograferen.
Fotografiebenodigdheden
Om macrofotografie te bedrijven heb je een balg nodig, of eventueel tussenringen,
die op je camera past. De balg of ringen worden tussen de camera zelf en de
lenzen gemonteerd, dus je hebt een camera nodig waar je de lens af kunt halen.
Een spiegelreflex is het meest geschikt.
Behalve de balg heb je ook een stevig statief nodig, en een draadontspanner.
Omdat je de kleinste weeronderwerpen met een zekere vergrotingsfactor moet
fotograferen zijn enige trillingen van de camera of het statief uit den boze.
...of de interne structuur van een hagelsteen.
|
De meest geschikte lenzen variëren van 50mm (standaard) tot 85mm (portret). Lenzen
buiten dit interval zijn onpraktisch of ongeschikt.
Vergroting en effectieve openingsverhouding
De balg verlengt in feite de brandpuntsafstand van de lens, en maakt die
tot een zogeheten effectieve brandpuntsafstand. De voorwerpsafstand, van
de lens tot het onderwerp, wordt hierbij drastisch gereduceerd. In veel
gevallen bevindt het onderwerp zich maar enkele centimeters voor het lensglas,
terwijl de balg of tussenringen de brandpuntsafstand met meer dan 10 cm
kunnen verlengen.
Als je de lens instelt op oneindig (de focuseerschaal van de lens heeft straks
weinig betekenis meer, zoals je zult lezen), is de vergrotingsfactor gemakkelijk
uit te rekenen als L/F, waarbij L de lengte van de balg is, en F de brandpuntsafstand
van de lens. Bijvoorbeeld voor een 50mm lens is de brandpuntsafstand
50mm.1
De lengte van de balg moet in dezelfde eenheden worden uitgedrukt. Als de balg
150mm in lengte zou zijn, is de vergrotingsfactor voor die lens dus 3. Zonder
balg is de effectieve lengte van de balg 0mm en is de vergrotingsfactor 0.
De vergrotingsfactor zegt hoe groot een bepaald onderwerp op de foto zal
komen. Een ijskristal dat 1mm groot is en met een vergrotingsfactor van 4
wordt gefotografeerd, komt dus 4mm groot op het filmvlak.
Voor macrofotografie heb je een camera met lens en een balg
(of tussenringen) nodig. Dit dient op statief gemonteerd te worden met een
draadontspanner.
|
Behalve de vergroting verandert de openingsverhouding (het f-getal) ook, want
de brandpuntsafstand is effectief langer terwijl de absolute opening van de
lens hetzelfde blijft. De factor waarmee de openingsverhouding verandert
is M+1, als M de vergrotingsfactor is. Dus als je je lens op f/8 instelt
en je een vergrotingsfactor van 3 gebruikt, heb je effectief een diafragma
van f/32 (openingsverhouding van 32). Met andere woorden, een vergroting
van 3 telt 4 stops bij het diafragmagetal,2 en een vergrotingsfactor
van 1/3 telt 4/3 stops bij het diafragmagetal.
Als je bij macrofotografie objecten zeer dicht bij de lens fotografeert worden
kleine variaties in afstand ook vergroot aan de beeldzijde van de lens (de film).
Normaal gesproken is deze situatie omgekeerd. Je moet dus grote openingsverhoudingen
gebruiken bij macrofotografie (kleine diafragma's zoals f/16, f/22 en dergelijke),
als je genoeg scherptediepte op de foto wilt hebben.
Behalve deze verschillen is macrofotografie niet wezenlijk anders dan gewone
fotografie. Maar omdat je met kleine diafragma's moet werken is er weinig licht
en heb je relatief lange sluitertijden nodig (of snelle film), zelfs overdag.
Belichtingstijden van enkele seconden overdag zijn niet ongewoon. Het is
ook belangrijk dat de cameraopstelling (camera met balg en lens op statief)
totaal niet beweegt tijdens de opname, en het voorwerp ook niet!
Geschikte lenzen
Als je grote vergrotingsfactoren nodig hebt zul je met een gewone balg of
tussenringen een groothoeklens moeten gebruiken, omdat een balg meestal maar
tot ongeveer 15 cm lang te verlengen is. Maar zulke grote vergrotingsfactoren
brengen tal van andere problemen met zich mee, dus is een 50mm lens meestal
het beste om te gebruiken.
Lenzen achterstevoren monteren
Je foto's zullen scherper zijn indien de lens achterstevoren
gemonteerd is op de balg. Er zijn speciale adapterringen hiervoor te koop.
|
Omdat je bij macrofotografie de lens gebruikt op een manier waarvoor de lens
niet ontworpen was, kun je te maken krijgen met optische lensfouten, zoals
chromatische aberratie, coma, vignettering en onscherpte door diffractie.
Om dit deels tegen te gaan zijn speciale macro-adapters op de markt waarmee
je een lens achterstevoren op de balg kunt monteren. Lenzen zijn namelijk
gemaakt voor lange voorwerpsafstanden en korte beeldafstanden. Bij macrofotografie
is de voorwerpsafstand echter kort terwijl de beeldafstand relatief lang is,
en door de lens omgekeerd te monteren kun je veel hogere kwaliteit foto's krijgen.
Scherpstelling
De scherpstelschaal van de lens zelf is zoals eerder vermeld weinig effectief bij
macrofotografie. Dat komt doordat de lens veel te kort heen en weer beweegt bij
verstellen van de scherpstelring, ten opzichte van de lange balg erachter. Je
moet dus scherpstellen ofwel door de afstand van de hele cameraopstelling tot het
voorwerp te verstellen, of door de balg te verstellen. Omdat scherpstellen door
de hele cameraopstelling te verstellen zeer onpraktisch is, moet je dus de balg
hiervoor gebruiken, en daarom zijn tussenringen in plaats van een balg niet erg
handig.
|